Home
Overwegingen
Huisvesting
Aanschaf
Zwerfkatten
Kattenorganisaties

Gezondheid
Celbiologie
Skelet
Zenuwstelsel
Ingewanden
Parasieten, virussen en bacteriën

Dracht en bevalling
Kittens
Volwassenen
Senioren

Onzindelijkheid
Stress

Onorganische verbindingen

Afgezien van water, zijn er nog andere onorganische verbindingen die essentieel zijn voor het functioneren van het lichaam: mineralen, zuren en basen.

Om enigszins te begrijpen waar deze uit opgebouwd zijn, is het handig om de basis te weten van de samenstelling van atomen, elementen, moleculen en ionen.

  • Atomen: alles is opgebouwd uit atomen.
  • Elementen: substantie dat samengesteld is uit één soort atoom. Bijvoorbeeld het element zuurstof dat alleen zuurstofatomen bevat.
  • Moleculen: bestaan uit twee of meer atomen die door een chemische verbinding samengaan.
  • Ionen: moleculen van meerdere substanties worden gescheiden in ionen, elektrisch geladen deeltjes, als ze opgelost worden in water. Deze lading kan negatief of positief zijn:
    • kationen: ionen met één of meer positieve deeltjes;
    • anionen: ionen met één of meer negatieve deeltjes.

Een elektrolyt is een chemische substantie die in ionen opsplitst als deze opgelost wordt in water, waardoor deze in staat is om een elektrische stroom te geleiden. Natriumchloride (NaCl) is een voorbeeld van een elektrolyt in het lichaam, in deze oplossing zitten ionen van natrium en ionen van chloride.

Mineralen
De belangrijkste kationen in het lichaam zijn natrium, kalium, calcium en magnesium. De belangrijkste anionen zijn onder meer chloride en waterstofcarbonaat. Deze ionen zijn essentieel voor het functioneren van het lichaam en het is dan ook zeer belangrijk dat ze in voldoende en evenwichtige hoeveelheden voorkomen. Natrium en chloride komen vooral voor in het extracellulaire (buiten de cellen, plasma, hersenruggenmergvloeistof, weefselvocht en vocht in lymfatisch stelsel) vocht, terwijl kalium vooral voorkomt in het intracellulaire (binnen de cellen, bloed- en andere cellen) vocht. De concentratie van deze ionen is belangrijk om de vochtbalans tussen het intracellulaire en extracellulaire vocht te regelen. Deze balans wordt behouden door speciale “pompen” in het celmembraan. Een onbalans zal leiden tot problemen. Zo heeft natrium invloed op de osmotische druk van het bloed en heeft daardoor invloed op het bloedvolume en bloeddruk; een hoge concentratie kalium in het extracellulaire vocht kan de hartfunctie ontregelen.

Calcium, fosfor en magnesium zijn belangrijke mineralen die zich bevinden in de opslag in botweefsel. Calcium is essentieel voor vele processen in het lichaam, zoals spiersamentrekking, zenuwgeleiding en bloedproppen. IJzer en koper zijn ook belangrijk voor een normale lichaamsfunctie, zo is ijzer een essentieel bestanddeel van het hemoglobine in rode bloedcellen.

Mineralen en hun functie, de bronnen van mineralen die er achter staan, zijn de bronnen die geschikt zijn voor katten, bron informatie: voedingswaardetabel, mineralen
Natrium (zout, zeewier, schelpdieren, vis en visproducten, rookvlees) Zorgt samen met kalium voor een balans in vloeistof in en uit de cellen door een soort pompwerking
Kalium (vis) Zorgt samen met natrium voor een balans in vloeistof in en uit de cellen door een soort pompwerking
Calcium (zalm, melk en melkproducten, kaas) Aanmaak en onderhoud botten en tanden, samentrekken spieren, reguleren hartslag en bloeddruk
Fosfor (vis, gevogelte, vlees, granen, eieren) Belangrijke rol bij energiestofwisseling, vet- en eiwitstofwisseling, bouwstenen erfelijk materiaal (DNA en RNA)
Magnesium Stimuleert enzymactiviteit in cellen, vrijmaken van energie
IJzer (lever, hart, nieren, mosselen, oesters, rood vlees, eierdooier) Belangrijke rol transport zuurstof door bloed
Koper (lever, garnalen, vis) Onderdeel van vele enzymen, een rol bij vorming donker pgiment, bot- en bindweefsel en bloedstolling
Zink (vlees, tarwekiemen, eieren, vis) Bouwsteen van meer dan 200 enzymen (onder meer hormoon insuline, groei- en geslachtshormonen)

Wat een tekort of overvloed aan mineralen doen in het lichaam van de kat, vind je bij Onderzoeksuitslagen.

Zuren en bases
Een zuur is een verbinding die waterstof ionen loslaat als deze verbinding opgelost wordt. Verbindingen die waterstof ionen accepteren of opnemen worden bases of alkalisch genoemd. De zuurgraad van de oplossing wordt uitgedrukt in pHwaarde, dit is de waarde van waterstof ionenconcentratie. De pHschaal loopt van 1-14, waarbij een pH van 7 neutraal is. Een oplossing met een pH minder dan 7 is zuur (hoe lager het getal, hoe hoger het zuurgehalte, ofwel hoe groter de concentratie waterstof ionen). Een oplossing met een pH boven 7 is basisch of alkaline, hoe hoger het getal, hoe meer alkalisch de oplossing is.