Home
Overwegingen
Huisvesting
Binnenkomst
Voeding
Hygiëne
Ontwikkeling
Ziektes
Adoptieprocedure
Links

Bacteriën
Er zijn bacteriën die het immuunsysteem en spijsverteringsstelsel helpen, maar er zijn natuurlijk ook bacteriën die een kat ziek kunnen maken. De meeste ziekmakende bacteriën spelen een rol bij maag-darminfecties of bij infecties aan de luchtwegen. Blaasontsteking door bacteriëen komt echter zelden voor.

Bacteriën worden ingedeeld op basis van celwandtype en de aanwezigheid/afwezigheid van zuurstof (aerobic/anaerobic). Met behulp van het kleuren (met Gram kleuring, wat leidt tot positieve of negatieve bacteriën) van kweken met bacteriën kan voor het grootste deel worden vastgesteld wat het celwandtype is. Het bepalen van de bacterie waartegen gestreden moet worden, helpt voor een effectieve behandeling en het niet onnodig inzetten van antibiotica dat voor resistentie kan zorgen. Bacteriën kunnen in een paar dagen resistent worden tegen antibiotica als ze onvoldoende bestreden worden en er te vroeg met de antibioticakuur gestopt is. Dit is de reden waarom je met antibiotica beter (in overleg met je dierenarts in welke hoeveelheid) kunt overdoseren en een paar dagen langer doorgaan met de antibiotica.

Je hebt misschien het idee dat alle bacteriën schadelijk zijn voor het kittenlichaam, er zijn echter ook bacteriën die bijvoorbeeld helpen met het verteren van voedsel en die juist voor een beter immuunsysteem zorgen. Verder zullen er altijd wel bacteri¨n aanwezig zijn, het is echter de mate waarin wat voor ziekte kan zorgen. Om schadelijke bacteriën te bestrijden heb je antibiotica, maar tegenwoordig is probiotica ook hip. Probiotica voeden zich op prebiotica en zijn bacteriën om het immuunsysteem te ondersteunen. Een kattenlichaam werkt echter niet hetzelfde als een mensenlichaam, probiotica die voor mensen goed is, is dit niet per definitie voor katten (of andere dieren). Ik ben ook nog geen onderzoek tegen gekomen waarbij de werking van probiotica onderzocht, laat staan bewezen, is bij katten.

Het toedienen van antibiotica doodt echter wel ook bacteriën die nuttig werk verrichten. Je kunt een kat dan ondersteunen door strikte hygiëne en door niet te gaan wisselen van voeding. Eventueel kun je een beetje kipfilet geven dat je gekookt hebt in water met rijst en wat van dit gekookte rijstewater voor smeuiïgheid eroverheen doen.

Neonaten (pasgeboren kittens tot ongeveer 3-4 weken oud) kunnen ernstig ziek worden of zelfs overlijden aan een aantal bacteriën, waaronder: Pasteurella Multocida of Streptococcal infectie, waarvan de laatste zich bevindt in het vaginale vocht van de moederpoes. Als een neonaat slecht eet, lusteloos is, veel piept, onderkoeld is, niet groeit, diarree en/of epileptische aanvallen heeft, zou dit een mogelijke diagnose kunnen zijn.

  • Bordetella Bronchiseptica

Onder meer niezen en ooguitvloeiing kunnen voorkomen bij een infectie met Bordetella bronchiseptica (een gram negatieve bacterie). In uitzonderlijke gevallen is deze bacterie overdraagbaar naar mensen, honden met deze infectie kunnen wel katten besmetten. Een hoge katdichtheid werkt deze bacterie in de hand, die vooral via orale en nasale uitvloeiing andere katten besmet. Eigenlijk wordt Bordetella bronchiseptica in katten gezien als een opportunist die in de meeste gevallen onschadelijk is in gezonde katten, maar bij slechtere weerstandsomstandigheden de kans grijpt.

Symptomen
Het meeste karakteristieke aan symptomen van Bordetella bronchiseptica is het hoesten (in honden wordt dit ook wel kennelhoest genoemd), maar ook niezen, ooguitvloei en koorts komen voor. In ernstige gevallen (en dit zijn dan vooral kittens onder de 10 weken oud) kan dit leiden tot longontsteking (pneumonie), benauwdheid (dypsnoea) met eventueel het overlijden tot gevolg.

Behandeling
Bij voorkeur zet je geïnfecteerde katten apart van niet besmette katten. Aangezien besmetting vooral via orale en nasale uitvloeiing gaat, is er een minder groot risico dat het een andere ruimte in komt (behalve dan via je kleding). Met gangbare desinfectiemiddelen is deze bacterie goed te bestrijden. Bij volwassen katten is doxycycline (Doxoral) meestal een eerste keus, maar met het risico op abnormale tand- en/of botgroei bij jonge katten, is dit bij die doelgroep niet verstandig. Onze asieldierenarts geeft meestal de voorkeur aan amoxicilline en clavulaanzuur (Synulox), wat over het algemeen prima werkt. Als een kitten niet eet, zul je moeten dwangvoeren en eventueel kan stomen in een reismandje verlichting geven.

  • Chlamydophila felis

Het eerste wat je zelf waarschijnlijk merkt aan een kitten besmet met Chlamydophilla felis (een gram negatieve bacterie), is een oogontsteking (conjunctivitis). Chlamydophilla felis is hoogst waarschijnlijk niet overdraagbaar op mensen of andere dieren en beperkt zich tot katten. Deze bacterie komt vooral veel voor in multikattenhuishoudens en bij katten onder de 1 jaar oud. Besmetting komt voor door direct contact met de ooguitvloeiing van een besmette kat, de incubatieperiode ervan is 2-5 dagen.

Symptomen
Ooguitvloeiing is waarschijnlijk het meest duidelijk waarneembare symptoom. Dit begint met waterige uitvloeiing, maar gaat dan langzaam over naar een slijmerige uitvloeiing, waarbij de oogslijmvliezen rood kunnen kleuren. Het kan zijn dat een kitten ook koorts krijgt, een verminderde eetlust heeft en als gevolg ervan gewichtsverlies lijdt. Om een definitieve diagnose te kunnen stellen, zou er een kweek genomen moeten worden van het oogvocht met een swab. Echter gebeurt dit meestal niet en gaat een dierenarts ervan uit dat het Chlamydophila felis is.

Behandeling
Het is verstandig om verdere besmetting te voorkomen door de besmette kat(ten) apart te zetten van de andere katten. Verder is het bij volwassen katten heel goed te behandelen met het antibioticum doxycycline (Doxoral). Een nadeel hiervan is dat het bij jonge katten kan zorgen voor abnormale tand- en/of botgroei. Verreweg in de meeste gevallen zul je oogzalf mee krijgen, zoals met chlooramfenicol (Cavasan), wat je minimaal 4 maal daags moet toedienen op het oog tot de infectie verdwenen is. Afgezien van directe besmetting met de ooguitvloeiing, kan de bacterie niet buiten de gastheer overleven, dus verdere maatregelen zijn niet nodig.

  • Mycoplasma felis

In gezonde katten komt deze bacterie ook voor, maar het lijkt er vooral op dat Mycoplasma felis een belangrijkere rol speelt in asielkatten bij de ontwikkeling van bovenste luchtweginfecties, longontsteking (pneumonie) en infectueuze polyarthritis (ook wel limping kitten syndroom, maar dan door bacteriële oorzaak in plaats van een virale). Aangezien vele opvangers via een organisatie kittens krijgen, is het niet geheel uitgesloten dat er ziekte veroorzaakt kan worden door deze bacterie. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat zowel honden als mensen niet met Mycoplasma felis in aanraking komen, om te voorkomen dat dit zo overgedragen wordt op katten.

Symptomen
Oogontsteking (conjunctivitis) kan ook door Mycoplasma felis veroorzaakt worden, om het lastiger te maken tot een juiste diagnose te komen. Ook niezen en koorts kunnen onderdeel uitmaken van symptomen die deze bacterie kan veroorzaken. Na de koorts, kan het zijn dat katten last krijgen van meerdere van hun gewrichten (polyarthritis) en bij jonge kittens kan deze bacterie leiden tot longontsteking (pneunomonie). Een definitieve diagnose is te maken door een PCR-test.

Behandeling
Wederom is het verstandig om zieke kittens apart te zetten van de gezonde kittens. Verder is deze bacterie goed te behandelen met amoxicilline en clavulaanzuur (Synulox) of met doxycycline (Doxoral) wat minder aan te raden valt in verband met de mogelijke abnormale tand- en/of botgroei.

  • Salmonella enterica

Er zullen waarschijnlijk weinig mensen zijn die nog nooit van de Salmonellabacterie gehoord hebben. Salmonella enterica (een gram negatieve bacterie) komt ook voor in ontlasting (faeces) van gezonde katten, waarschijnlijk zorgt antibiotica en een minder goed werkend immuunsysteem ervoor dat deze bacterie klachten geeft. Er is een groter risico op Salmonella enterica door rauw voer en door katten met name op zangvogels te laten jagen. In principe is deze bacterie zelflimiterend in 2-5 dagen. Let erop dat salmonella wel overdraagbaar is naar mensen en andere dieren.

Symptomen
Diarree, braken, buikpijn, gebrek aan eetlust en koorts kunnen symptomen zijn die je opmerkt.

Behandeling
Zet besmette kittens apart van niet besmette kittens om te voorkomen dat ze elkaar infecteren en om herbesmetting te voorkomen. In theorie zou je niet hoeven te behandelen, aangezien het met 2-5 dagen zelflimiterend is. Echter bestaat zeker met hele jonge kittens het risico op uitdrogen door het vocht dat verloren gaat via de diarree, dan kan deze bacterie behandeld worden met onder meer amoxicilline en clavulaanzuur (Synulox).

  • Campylobacter jejuni

In de darmen kunnen Campylobacter jejuni zich ophouden en onder meer diarree veroorzaken. Campylobacter jejuni (een gram negatieve bacterie) komt wederom ook voor in de ontlasting (faeces) van gezonde katten, waarbij het onbekend is waarom deze bacterie klachten geeft. Ook wederom is er een groter risico op Campylobacter jejuni bij het voeren van rauw vlees (vooral gevogelte, maar ook rund). Campylobacter jejuni kan tot 3 dagen in de omgeving overleven en besmette katten kunnen tot vier maanden de bacterie uitscheiden. Meestal kunnen mensen last krijgen van deze bacterie door het eten van ongekookt vlees, maar het kan ook via besmette katten.

Symptomen
Diarree kan voorkomen, maar het kan ook zijn dat er geen noemenswaardige symptomen zijn. Deze diarree is dan vooral waterig en slijmerig waar bloed bij kan zitten. Andere mogelijke symptomen zijn koorts, slechte eetlust en braken.

Behandeling
De eerste keus bij Campylobacter jejuni is het antibioticum azithromaxine (Zithromax). Dit antibioticum is humaan, draag er zorg voor dat je op een verantwoorde manier het toedient door (hoeveelheid overleggen met je dierenarts) liever te overdoseren dan te onderdoseren en dat je lang genoeg door gaat om te voorkomen dat de bacterie resistent wordt.