![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Voeding Het hele lichaam van de kat is erop ingericht om als een carnivoor te kunnen eten. Koolhydraten zijn daarom voor katten onnodig en kunnen intolerante reacties oproepen door diarree te krijgen bij bijvoorbeeld tarwe en in mindere mate bij rijst. Katten krijgen ook hun vocht vooral binnen door hun voedsel. Uitgebalanceerd blikvoer, wat wil zeggen met dierlijke eiwitten van goede kwaliteit, materialen van botten, organen en spieren (dus niet alleen een kipfilet) in de goede verhoudingen en met toegevoegde taurine voor een goede hart- en oogwerking, is dan ook eigenlijk het beste gemakkelijke commerciële voer wat er is. Voor de kosten en het verwerkingsproces van brokjes wordt vocht vervangen door koolhydraten Als tijdelijk huis voor de katten, kun je in mijn optiek het beste voer geven wat zowel van hoge kwaliteit is als gemakkelijk door nieuwe eigenaren mee door te gaan is. Voor alle duidelijkheid, merken als Felix en Whiskas vallen af als goed voer. Mocht je wel liever vers (gemalen) vlees voeren, zorg er dan voor dat compleet voer is. Sta er ook bij stil dat rauw vlees ziektekiemen bevat die niet gedood worden door een kookproces. Zeker bij de allerkleinsten met een lage weerstand, wil je hier misschien voorzichtig mee zijn om een teveel aan slechte bacterien tegen te gaan. Door de Amerikaanse dierenartsenorganisatie AVMA wordt het geven van rauw voedsel helemaal afgeraden, maar dat is vooral door het risico dat diereigenaren zelf zouden lopen als ze niet hun handen wassen, nadat ze aan het voedsel hebben gezeten en het risico dat kruipende kinderen met de ziektekiemen in aanraking komen. Het lijkt mij gezond verstand om je handen te wassen als je het voer hebt gegeven en om ervoor te zorgen dat kruipende peuters niet in de buurt kunnen komen van het voer. Er is een wetenschappelijk onderzoek naar rauw voeren bij kittens gedaan, een samenvatting ervan kun je hier lezen. Als je je heel goed hebt verdiept in het geven van rauw voedsel dat je zelf samenstelt, zou je dit ook kunnen geven. Maar zorg ervoor dat je dan echt heel goed weet wat de benodigde voedingsstoffen zijn om te voorkomen dat de kittens een tekort oplopen met mogelijke rampzalige gevolgen. Vanaf het moment dat kittens helemaal op vast voer over zijn, blijf ze hetzelfde voer geven tijdens de hele opvangperiode. Kittendarmpjes zijn gevoelig, waardoor verandering van voer sneller diarree op kan leveren. In combinatie met eventuele onderliggende ziektes wordt het lastiger om te gokken of de diarree komt van verandering van voer, een intolerante of allergische reactie of van een ziekte die behandelt moet worden. Wil je wel overstappen op ander voer, meng dit nieuwe voer dan eerst met het oude voer. Je begint met 1/4 nieuw en 3/4 oud voer, vervolgens 1/2 nieuw en 1/2 oud voer en tot slot 3/4 nieuw en 1/4 oud voer. Hoe de ontlasting is, is een goede raadgever in hoe snel je de overstap kunt maken, maar meestal is het tussen 5 dagen en 2 weken. Bij diarree van kittens op vast voer, kun je een stukje kipfilet gekookt in een klein laagje water met rijst geven. Als het afgekoeld is, is het stukje kipfilet met wat rijstewater een lekkernij die ook nog eens stoppend kan werken. Genoemde brokjes en blikvoer zijn te verkrijgen bij een website als Zooplus en in een aantal dierenwinkels. Wat betreft het vers gemalen voer kun je het beste voor verkooppunten op de website van Carnibest, Bandit of Bibi kijken.
Zwangere poes en poes met kittens tot 3-4 weken
Mocht ze extra energie nodig hebben, dan kun je (in overleg met je dierenarts) haar Hill's AD of Royal Canin Convalescense Support geven, wat beide te verkrijgen is bij de dierenarts.
Fleskittens De eerste dag bevat de melk van een moederpoes colostrum/biest, waar antistoffen in zitten tegen virussen en bacteriën, als je een kitten vanaf dag 1 zelf moet voeden, zorg er dan voor dat je dit bij de dierenarts haalt of van de organisatie mee krijgt. Je hoeft dit maar 1 dag te geven, aangezien colostrum/biest daarna niet meer opgenomen wordt in het lichaam van het kitten. Je keukenweegschaal is een zeer belangrijke bondgenoot bij het voeden, het gewicht vertelt je of het kitten genoeg is aangekomen (rond de 10-15 gram per dag) en hoeveel kittenmelk je ongeveer moet geven. Te weinig kittenmelk zorgt voor slechte groei en verhongering, te veel kittenmelk is ook niet goed. Als je aanhoudt dat een kitten minimaal 10 gram per dag hoort te groeien, heb je een indicatie of het goed gaat. Is het een keer 20 gram en de volgende dag 5 gram, is het niet zo'n ramp. Maak de kittenmelk aan zoals het op de verpakking staat beschreven met enigszins afgekoeld gekookt water en roer het zo dat er geen klontjes in de melk zitten. Je kunt eventueel meer maken en de rest goed afgedekt in de koelkast een dagje bewaren, maar maak vooral niet teveel. Verwarm wel koude melk tot het ongeveer op lichaamstemperatuur is in de magnetron, vaak is 10 tot 15 seconden voldoende hiervoor. Je kunt de temperatuur checken door een klein beetje melk te druppelen op de binnenkant van je pols of de binnenkant van je elleboog of het niet heet of koud aan voelt. Om de melk te geven, kun je oogdruppelaars, injectiespuiten (zonder naald) en zuigflesjes gebruiken waar je zelf een gaatje in de speen maakt. Belangrijk is dat het gaatje in de speen niet al te groot is, want dan kan een kitten zich verslikken. Een spuitje is vooral handig als het kitten nog niet snapt hoe het uit het flesje moet drinken. Voor je de kittenmelk geeft, zorg er voor dat je zeker weet dat het kitten niet onderkoeld is. Bij een onderkoeld kitten dat kittenmelk krijgt, gaat de melk gisten (fermenteren) in plaats van dat het verteerd wordt. Dit is niet prettig voor het kitten en kan in het meest ernstige geval leiden tot shock en overlijden van het kitten. Verhoog de omgevingstemperatuur (warmtelamp, kruik of warmtemat) bij onderkoeling, maar nooit met meer dan !° C per uur om orgaanschade te voorkomen. Mocht het kitten erg afgekoeld zijn, schakel dan je dierenarts in die warmwater infuus kan toedienen. De hoeveelheid benodigde voeding is afhankelijk van het gewicht. Reken hiervoor 1/10 van het lichaamsgewicht + 10 ml, 1 gram lichaamsgewicht staat gelijk aan 1 ml melk. Bijvoorbeeld een kitten dat 100 gram weegt, krijgt over een hele dag 10 ml voor lichaamsgewicht plus 10 ml en dat is samen 20 ml. In de eerste twee weken is het verstandig om elke 2 uur (dag en nacht) een flesvoeding te geven, je komt dan dus op 12 voedingen. De 20 ml gedeeld door 12 voedingen is bijna 2 ml per voeding, iets meer of minder is geen ramp. In de twee weken die erop volgen, geef je een fleskitten elke 3 uur een voeding. Een kitten van 300 gram zou dan in totaal 40 ml krijgen, verdeeld over 8 voedingen is dat 5 ml per voeding. Wen het kitten aan regelmaat qua voedingstijden. Het is niet erg als het kitten er een keer door heen slaapt, moederpoes wekt haar kleintjes ook niet voor elke voeding en slapen is voor de groei net zo belangrijk, maar mocht een kitten er vaker door heen slapen en geen zin hebben om te drinken als je hem of haar wakker maakt, neem dan contact op met een dierenarts. Zorg ervoor dat de kittens de tijd hebben om aan de speen te zuigen. Houd een kitten verder tijdens het voeden nooit op de rug. Een kitten kan zich dan verslikken in de melk die in de longetjes terecht komt en een longontsteking kan veroorzaken. Zo'n longontsteking kan dan de dood tot gevolg hebben. Met je hand kun je het hoofdje ondersteunen en je andere hand kun je tegen de voorpootjes van het kitten aan doen, wat ze als prettig kunnen ervaren. Met name als de tandjes door beginnen te komen, is het belangrijk om de speen recht voor in het mondje te houden om te voorkomen dat ze op de speen gaan kauwen en er een stuk van afknagen. In de meeste gevallen zal zo'n afgeknagen stukje speen wel weer via de ontlasting naar buiten komen, maar het kan een obstructie veroorzaken in het spijsverteringsstelsel. Het klinkt niet zo heel fris, maar moederpoes likt de ontlasting en urine van haar kittens in de eerste vier weken op. De buikjes van de kittens moeten daarvoor door de tong van hun moeder gestimuleerd worden om te kunnen poepen en plassen. Als moederpoes erbij is, heb je daar geen omkijken naar. Kittens zonder moederpoes moeten daarbij geholpen worden door jou. Je hoeft daarvoor niet precies hetzelfde te doen als hun moeder, maar je kunt volstaan door met een watje/washandje/handdoekje dat je vochtig hebt gemaakt met warm water over hun buikjes en genitali‘n te wrijven in ronddraaiende bewegingen. Voor en/of na elke flesmaaltijd zal er een plasje komen, maar er komt niet elke keer ontlasting. Door de flessenmelk krijg je, zeker de eerste paar keer, geen mooie drolletjes. Maar na een paar keer moeten ze niet te hard en niet te zacht zijn. De ontlasting moet minimaal 1x per dag eruit komen. Soms moet je langer wrijven voor je resultaat ziet, maar geef niet op. Sommige kittens gaan hard piepen als je wrijft, schrik hier niet van. Als een kitten veel schreeuwt, een harde buik heeft, braakt, duidelijk pijn heeft en er vaak geen ontlasting komt, kan het kitten last van obstipatie hebben. Mocht de plantaardige olie niet helpen, dan zal de dierenarts moeten helpen. Diarree kan komen van overvoeding (dunne gele diarree), melkintolerantie (witte stukjes in de diarree), bacteriële, parasitaire of virale infectie (sterk ruikende diarree), slechte opname in de darmen (groenige diarree) of uitdroging (grijze diarree). Door het gevaar van uitdrogen bij diarree, is het zeer belangrijk dat je contact opneemt met de dierenarts en ook doorgeeft wat je ziet aan vorm (waterig, vla, vorm of zacht) en kleur. Pasgeboren kittens hebben maar een kleine opslagruimte voor glycogeen (dierlijk zetmeel, suiker) in hun lever, waardoor deze snel leegraakt als ze 24 uur geen voeding krijgen. Piepen, zwakte, trillen, coma en epileptische aanvallen kunnen wijzen op een tekort hiervan (hypoglycemia genoemd). Een 50% oplossing van druivensuiker/dextrose kan op het tandvlees worden gelegd als het kitten nog niet al te verzwakt is. Is het kitten wel heel erg verzwakt (en dan nog is het beter om eerst te overleggen met je dierenarts), dan kan je dierenarts infuus geven met druivensuiker. Veelvoorkomende oorzaken van voedingsgerelateerde problemen
Kittens vanaf 3-4 weken Houd zeker in de eerste weken dat ze zelf gaan eten hun gewicht goed in de gaten om te zien of ze daadwerkelijk voldoende binnen krijgen. Als ze meer gaan bewegen, kan het gewicht wat meer op en neer gaan. Dit hoeft geen probleem te zijn, als ze over het geheel genomen in een week ongeveer 100 gram aankomen. Zorg er zeker voor als je brokjes aanbiedt om voor voldoende vers water te zorgen.
Kittens hebben voor een goede groei een hoger gehalte aan vet, dierlijke eiwitten en fosfor nodig, wat in kittenvoer zit. Voer voor volwassen katten bevatten verzuurders
om blaasgruis tegen te gaan, dit voer kan de ontwikkeling van het skelet tegengaan en moet dus zoveel mogelijk voorkomen worden om te voeren.
Voer wat je zou kunnen aanbieden:
|