Home
Overwegingen
Huisvesting
Binnenkomst
Voeding
Hygiëne
Ontwikkeling
Ziektes
Adoptieprocedure
Links

Ontwikkeling tot geslachtsrijpheid

Fysiek en psychisch ontwikkelen kittens zich tot (enigszins) zelfstandige wezens. Het gaat van conceptie tot ze zelf vruchtbaar zijn. In dit gedeelte vind je informatie over fysieke ontwikkeling van kittens en ook niet onbelangrijk, de psychische ontwikkeling zoals het socialiseren. Onderaan de pagina vind je belangrijke momenten in het leven van een kitten, wat betreft de fysieke en psychische ontwikkeling. De eerste leeftijdsfase zijn kittens van geboorte tot ongeveer 4 weken (pasgeboren of neonatale kittens), de volgende fase loopt van 3-4 weken tot ongeveer 8 weken en is de spenende fase waarin kittens kunnen lopen en zichzelf kunnen ontlasten en urineren. Vervolgens komt de fase van gespeende vanaf 8 weken tot ongeveer 6 maanden bij geslachtsrijpheid. Tot slot de adolescentiefase vanaf 6 maanden tot volwassenheid.

Pasgeboren/neonatale kittens
In het kort wat informatie over het ademhalingsstelsel, hart-vatenstelsel, temperatuurregeling, spijsverteringsstelsel, gewicht, medicatie metabolisme en onderzoek van een ziek pasgeboren kitten, voor een beter begrip van het kittenlichaam.

Ademhaling
In de baarmoeder vindt de bloed-gas uitwisseling plaats door de placenta, de longen worden niet gebruikt en er is weinig bloedtoevoer door de longen. Een paar dagen voor de geboorte zorgt een adrenalinestoot ervoor dat de longen goed kunnen werken. Wanneer de bloedtoevoer door de placenta wordt gestopt als de navelstreng is door gebeten, vindt er een reflex plaats waardoor er lucht in de longen geblazen kan worden. Ademhalingsproblemen vinden vaak voor in foetussen, waarvan de meest voorkomende hypoxie (onvoldoende zuurstof in het lichaam) is. Hypoxie kan veroorzaakt worden door overpopulatie in de baarmoeder, verzwakte placenta, voortijdig losgelaten placenta en/of problemen van de moederpoes. Te vroeg geboren kittens of kittens met een luchtwegobstakel kunnen ook te weinig longcapaciteit hebben, wat leidt tot hypoxie. Bij geboorte ademt het kitten tot slechts 15 ademhalingen per minuut, vanaf dag 1 na geboorte gaat dit omhoog naar ongeveer 20 tot 30 ademhalingen per minuut.

Hart-vatenstelsel
Als de navelstreng is doorgebeten, gaat de zuurstofdruk omhoog wat als gevolg heeft dat de embryonale verbinding tussen de arteria pulmonalis en de aorta (ductus arteriosus) versmald en de pulmonale vaten verwijden. Sluiting van deze verbinding is binnen 2-5 dagen na geboorte. Mocht de sluiting niet geheel plaatsvinden, dan kan dit gehoord worden met een stethoscoop als een karakteristieke hartruis die bevestigd dient te worden met een echocardiogram (ecg). Pasgeboren kittens hebben, in vergelijking met volwassen katten, een lagere bloeddruk, lager systolisch volume (hoeveelheid bloed dat in de slagader terecht komt tijdens elke hartkamerslag) en lager perifirale vasculaire resistentie, maar een hogere hartslag, hogere hoeveelheid bloed dat per minuut wordt rond gepompt door het hart (cardiac output), hogere plasmavolume en hogere centraalveneuze druk. Autonomische voorziening van zenuwen (innervaties) van het hart en bloedvatenstelsel zijn nog niet compleet, waardoor pasgeboren kittens nog niet goed hun bloed kunnen circuleren. Ook hebben pasgeboren kittens een laag aanpassingsvermogen om om te gaan met een bloeding, te hoge lichaamstemperatuur (hyperthermia) en ph-disbalans. Een kitten heeft in zijn/haar eerste levensweek een hartslag van ongeveer 220 slagen per minuut. Bij 150 slagen per minuut is het in deze periode dan ook belangrijk om in te grijpen en de dierenarts zuustof toe te laten dienen.

Temperatuur
Een gebrek aan vaatvernauwing en mogelijkheid tot bibberen, zorgen ervoor dat pasgeboren kittens slecht tegen temperatuurverlaging kunnen. Ook temperatuurverhoging is lastig voor pasgeboren kittens, omdat ze weinig lichaamsvet, slechte bloeddoorstroming naar de lichaamsuiteinden en hoog vochtgehalte hebben en niet kunnen hijgen. Zorg er dus voor dat de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk blijft en zet pasgeboren kittens zeker niet op de tocht.

Week Normale rectale temperatuur in pasgeboren kittens Aanbevolen omgevingstemperatuur voor pasgeboren kittens
Week 1 35° tot 36,5° C 29° tot 32,2° C
Week 2-3 36° tot 38° C 26,5° tot 29,5° C
Week 4 37° tot 38° C 21° tot 23° C

Spijsvertering
Kittens worden geboren met een steriel gastro-intestinaal (GI) systeem. De darmen ontwikkelen dan in een paar dagen hun eigen darmflora dat beïvloed wordt door de omgeving, voeding en hun moeder. De eerste melk die ze binnen krijgen, is colostrum. Deze melk is nodig voor een goed werkend immuunsysteem. Door de placenta is minder dan 25% maternale antistoffen doorgedrongen tot de foetussen, een groot deel komt binnen 24 uur binnen via het colostrum. Acht uur na geboorte, wordt het colostrum al minder goed opgenomen en na 48-72 uur is dit helemaal onmogelijk.

In de foetus heeft zich een dikke plakkerige bruine substantie, meconium, opgestapeld in de darmen. Deze substantie wordt afgescheiden door het verzorgen van moederpoes, tenzij het kitten niet goed kan zuigen of een aangeboren afwijking heeft.

Pasgeboren kittens hebben een zeer gevoelig spijsverteringsstelsel dat van slag kan raken door voeding, omgeving en ziektekiemen waar het aan blootgesteld wordt. Het maagzuurgehalte is ook lager in pasgeboren kittens dan volwassen katten, waardoor bacterieën als Escherichia coli, Campylobacter sp., Streptococcus sp. en Clostridium perfringens sneller diarree kunnen veroorzaken, omdat ze onvoldoende worden tegen gehouden door het zuur.

Gewicht
Het is normaal dat pasgeboren kittens in de eerste 24 uur minder dan 10% (bij voorkeur natuurlijk minder) van hun lichaamsgewicht aan vocht verliezen. Bij een gewichtsverlies van meer dan 10% zijn de vooruitzichten helaas niet gunstig. Daarna zouden kittens rond de 10-15 gram per dag en 100 gram per week aan moeten komen.

Medicatie metabolisme
Aangezien zowel de lever als de nieren nog onderontwikkeld zijn in pasgeboren kittens, is het belangrijk om er rekening mee te houden als medicatie gegeven wordt dat dit zo min mogelijk (liefst niet) deze twee organen belast. Verder hebben neonatale kittens, in vergelijking met volwassen katten, een hoger vochtpercentage, lager vetpercentage, lagere albumine (soort eiwit) percentages en lagere binding met plasma-eiwitten. Daarom zal er een hogere dosering worden gegeven aan medicatie dat wateroplosbaar is en juist een lagere dosering voor vetoplosbare medicatie.

Lichamelijk onderzoek pasgeboren kittens
Er zijn een aantal zaken die je kunt checken bij pasgeboren kittens. Als je het niet vertrouwt of iets tegen komt wat medische aandacht vereist, neem dan contact op met je organisatie en/of dierenarts.

  • Mond: als bij een pasgeboren kitten melk uit het neusje komt, dan is de kans groot op een open gehemelte en/of hazenlip. Een open gehemelte kun je zien, doordat er een spleet in het midden van het gehemelte van voren naar achteren loopt.
  • Vochtgehalte: het optillen van de huid in de nekvel, is lastiger bij een pasgeboren kitten dan wanneer deze al wat ouder is. Bij lichte vachtkleur, heeft een kitten dat uitgedroogd is een donkerroze of rode buik en mond (binnen en buiten) in plaats van een iets lichtere kleur roze. Slijmvliezen in de mond of bij de ogen kunnen droog zijn in uitgedroogde dieren, maar dit dien je niet te checken direct na het drinken van de melk. Als je fleskittens hebt, kun je de kleur van de urine controleren: bij uitdroging heeft deze namelijk een gele kleur, bij geen uitdroging is deze kleurloos. Kortom: dit is heel lastig checken bij pasgeboren kittens, bij twijfel je organisatie en/of dierenarts inschakelen.
  • Navelstreng hoort droog te zijn en zonder roodheid in de nabije omgeving, is dit niet zo, dan kan deze ontstoken zijn en moet er (in overleg met dierenarts) "agressief" antibiotica ingezet worden.
  • Buikje: zacht en niet pijnlijk bij aanraking.
  • Neurologie: kittens hebben verschillende reflexen, de 3 reflexen die een indicatie zijn voor de gezondheid van een kitten (zwakte in 1 van de reflexen duidt op ziekte) zijn:
    • oprichtingsreactie: leg het kitten op de rug, deze zou zichzelf dan weer op zijn buik moeten kunnen rollen;
    • tepelzoekreactie: maak een klein cirkeltje van je duim en wijsvinger en leg de neus van het kitten hier tussen in. Als het goed is, duwt het kitten tegen je hand aan of maakt zoekbewegingen;
    • zuigreflex: zorg ervoor dat je vingers warm en vrij van geur/smaak zijn. Voel of het kitten zuigt aan je vinger, als je jouw vinger in het mondje steekt.

Lijstje met te vermijden antibiotica in pasgeboren/jonge kittens

  • Tetracycline: kan zorgen voor abnormale tand- en botgroei en is dus niet aan te raden in jonge katten. Doxycycline (Doxoral) is hier een voorbeeld van.
  • Combinatie trimethoprim met sulfonamides: kan leiden tot arthropathie (gewrichtsaandoening), bloedarmoede en huidreacties.
  • Chloramphenicol: kan zorgen voor een afname aan productie van bloedcellen in het ruggenmerg.

Gedragsontwikkeling kittens
Hoe meer een kitten fysiek kan, hoe meer er ook psychisch gezien processen in werking worden gezet. Tussen de 2-7 weken is een belangrijke socialisatieperiode, als de zintuigen en het bewegingsapparaat steeds beter beginnen te werken.

Kittengedragsontwikkeling 0-4 weken
Om tepels voor melk en de verzorgende moederpoes te kunnen vinden, is een kitten vanaf geboorte al in staat om zichzelf naar warmte te bewegen en gebruikt het zijn/haar reukvermogen. Vanaf dag 2 is een kitten al in staat om te spinnen, maar vanaf ongeveer dag 6 gaan de oorkanalen open, waardoor het kitten zelf ook enigszins geluiden kan horen. Als de oorkanalen open gaan en het kitten steeds beter kan horen, worden er positieve en negatieve associaties gekoppeld aan geluiden, waar een kitten vanaf ongeveer 10 dagen oud op reageert. Begin dus al vooral vanaf dat een kitten 6 dagen oud is, met stofzuigen en tegen het kitten aan praten. Het spinnen, kneden voor melk en drinken van melk brengen over het algemeen positieve associaties met zich mee, waardoor kittens en volwassen katten zich ook op latere leeftijd prettig kunnen voelen door te gaan spinnen, kneden (bij een enthouasiaste kat meestal niet zo fijn als dit op blote benen is) en te zuigen voor melk (sabbelen op bijvoorbeeld kledingsstukken). Een kitten van 2 weken oud begint zich ook te bewegen naar waar het geluid vandaan komt.

Verder kan een kitten vanaf 2 weken beginnen met het zichzelf wassen (vooral de pootjes). De ogen gaan meestal tussen de 5-14 dagen open, maar het duurt even voor een kitten echt duidelijk en een afstandje kan zien. Rond de 3 weken begint een kitten voorwerpen met zijn/haar ogen te volgen. Ook nestgenoten worden met behulp van de ogen gevolgd. Met ongeveer 4 weken is het gezichtsvermogen op het niveau van een volwassen kat. Voor die tijd zal een kitten zich vooral richten op zichzelf en met eigen pootjes en staart gaan spelen. Als het gezichtsvermogen zich begint te ontwikkelen, beginnen kittens ook wat meer pogingen te doen tot lopen en om met elkaar te spelen. Dit begin en de ontwikkeling van sociaal spel zijn belangrijk om een gezonde interactie te kunnen hebben met andere katten. Als je een weesje hebt, zou je nu onder toezicht dit kitten met eigen katten in aanraking kunnen laten komen.

Kittengedragsontwikkeling 4-8 weken
Als een kitten 3-4 weken oud is, begint deze ook zelf te poepen en plassen, in plaats van geholpen te worden door moederpoes. In mijn ervaring, hebben ze het meestal al heel snel door dat het de bedoeling is om op de kattenbak hun behoeften te doen (ook al zijn het kittens zonder moederpoes), maar kunnen ze wel gaan piepen misschien door de nieuwe ervaring. Als een kitten niet zindelijk is, is het handig om elke keer als een kitten wakker wordt, deze op de kattenbak te zetten. Keutels kun je in de kattenbak leggen, zodat een kitten de geur van de keutel associeert met de kattenbak als de correcte plaats ervoor. Zet vooral voldoende kattenbakken bij de kittens, zodat ze er snel naartoe kunnen gaan als ze eigenlijk afgeleid zijn door hun spel. Soms vinden ze het grit (altijd niet-klontvormend in verband met het mogelijke doorslikken en als consequentie obstructie in maag/darmen van het grit) niet fijn aanvoelen aan de pootjes en zul je misschien ander grit moeten proberen. Zorg er ook voor dat de kattenbak schoon genoeg is. Pijn kan een andere reden voor onzindelijkheid zijn. Als het plassen pijn lijkt te doen, is het belangrijk om een plasje op te vangen en deze naar de dierenarts te brengen, zodat blaasontsteking en/of blaasgruis uitgesloten kunnen worden. Zeker de wat nerveuzere kittens (snel overstuur met bijvoorbeeld veranderingen, niet te verwarren met schuwere kittens) kunnen een aanleg hebben tot blaasontsteking. Bij zachtere ontlasting/diarree, zeker als het hele nest getroffen wordt en er geen voedselverandering is, is het verstandig om te overleggen met de dierenarts of er geen infectieziekte op de loer ligt die behandeld dient te worden. Hoe sneller je erbij bent om pijn bij plassen of poepen te behandelen, hoe minder een kitten pijn terwijl het naar de kattenbak gaat en minder het kitten pijn en kattenbak met elkaar associeert.

Een kitten van 3-4 weken oud krijgt snij- en hoektanden door, waardoor het vast voedsel kan gaan eten en gespeend kan gaan worden van melkvoedingen. Een moederpoes in de natuur zal geleidelijk minder vaak melkvoedingen gaan geven en met prooidieren aan komen. Eerst doet ze voor de kittens zelf voor hoe ze het prooidier doodt, daarna moeten kittens leren om zelf prooidieren te gaan doden. Wij hebben een moederpoes opgevangen die deze moedertaak ook in huis heel serieus nam en bij gebrek aan levende prooidieren, eerst aan kwam lopen met blikvoer in haar mond om dit voor de kittens neer te leggen en later met een speelgoedbal kwam om voor de kittens neer te leggen. Dit is een moment waarop kittens ook veel met speelgoed gaan spelen om te oefenen om prooidieren te doden. Zeker als je fleskittens hebt, is het verstandig om deze geleidelijk aan te gaan moedigen om vooral met speeltjes te gaan spelen en niet met jouw lichaamsdelen. Kittens die wel meer met menselijke lichaamsdelen spelen, zullen dat ook op een latere leeftijd doen met als gevolg dat er een 4 kilo zware kat in de nieuwe eigenaar hangt, in plaats van een kitten van een paar honderd gram.

Met 5 weken rent een kitten lekker enthousiast rond en kan het zich ook gaan verstoppen om als duveltje uit een doosje een nietsvermoedende (als de oortjes die uitsteken boven de verstopplek tenminste geen hint geven) andere kat te bespringen. Het proces van spenen van melkvoedingen naar vast voedsel gaat door tot een kitten ongeveer 7-8 weken oud is. Wat ik zelf altijd een schitterend gezicht vind, is als kittens vanaf ongeveer 6-8 weken oud bedreigertje gaan spelen. Alle rugharen staan rechtop, het kitten maakt zich zo hoog mogelijk en heeft een mooie pluimstaart die zijdelings gehouden wordt om "tegenstanders" te imponeren. Het is niet alleen een mooi gezicht om zo'n klein kitten dit te zien doen, maar ook heel belangrijk voor het kitten om duidelijk te kunnen communiceren naar andere katten dat het verder contact niet op prijs stelt. Andere katten zijn belangrijk om dit proces te stimuleren, zodat een kitten leert hoe om te gaan met andere katten en later geen commmunicatieproblemen krijgt.

Kittengedragsontwikkeling 8-23 weken
Rond 7 weken kun je kittens ook zien "flemen". Ze houden daarbij hun mondje een klein stukje open en laten de geuren naar binnen komen. Kittens tussen 8-12/14 weken spelen vooral in paren, vanaf 12-14 weken wordt dit met elkaar spelen vaak minder. Tijdens het spelen in paren, leren kittens ook nog veel van elkaar in hoe ze met elkaar om horen te gaan en om grenzen van elkaar te respecteren. De meeste mensen zullen waarschijnlijk kittens in de periode tussen 8-14 weken plaatsen in een nieuwe omgeving. Aangezien kittens vooral in deze periode in paren spelen, vind ik het zelf wel aan te raden om er in elk geval voor te zorgen dat een kitten bij een andere sociale kat geplaatst wordt om dit spelen voort te kunnen zetten en het socialisatieproces compleet te maken. Vanaf 16 weken wordt ook het individuele spelen minder. Rond de 19 weken kunnen katers seksueel gedrag vertonen (als rijden en sproeien) en met 23 weken poezen, dit moment wisselt wel per kat: wij hebben een poesje gehad dat met 20 weken al krols was. Om gedragsproblemen met, onder meer, sproeien te voorkomen, is het wijsheid om op tijd kittens te laten helpen.

Socialisatie schuwere kittens
Katten die niet gewend zijn aan mensen en daar geen positieve ervaringen mee hebben (het hoeven niet per definitie slechte ervaringen te zijn geweest), kunnen uit zelfbescherming nogal angstig zijn voor mensen. De mate van schuwheid en het gemak van socialisatie hangt af van de leeftijd, stukje erfelijkheid van vooral de vader en de mate van ervaring met mensen. Los van leeftijd, deel ik schuwe kittens als volgt in:

  • verlegen: beetje blazen, oortjes plat en grote pupillen als je met handen in de buurt komt, vanuit bench meestal binnen een week redelijk gewend aan handen en niet bang voor je als kitten los rond mag lopen (eventueel een paar dagen een terugval, maar snel niet bang meer);
  • angstig: blazen, slaan en/of bijten, spugen, oortjes plat en grote pupillen als je in de buurt bent, verstijfd van angst, vanuit bench meestal binnen een week niet meer bang voor handen en menselijk gezelschap in de buurt maar wil nog niet opgepakt of graag geaaid worden, eenmaal los komt hij/zij bij je als je eten of hengelspeeltje hebt en is nieuwsgierig genoeg om bij je in de buurt te komen als je rustig zit, meestal binnen een maand niet echt bang meer voor je;
  • verwilderd: blazen, slaan en/of bijten, spugen, oortjes plat en grote pupillen als je in de buurt bent, verstijfd van angst, vanuit bench geen vooruitgang binnen een week, eenmaal los kiest hij/zij zelf een moment uit (kan maanden duren) om je te gaan vertrouwen.

Aangezien kittens in de bench je handen continue zien als je voer, water, schone kattenbak of speeltjes geeft, kan dat een positieve manier zijn om ze te laten wennen aan je handen. Wat ik zelf doe, is de eerste dag dat ze bij ons binnenkomen ze eerst alleen de benodigde zorg (voer, water en schone kattenbak) geef en verder alleen af en toe voor de bench ga zitten om rustig tegen ze aan te praten. Daarnaast kijk ik de kittens nooit continue direct aan, maar knipoog ik vaak of kijk ik weg om niet al te bedreigend over te komen met gestaar. Afhankelijk van hoe ze daarop reageren, bepaal ik de verdere stappen. Als ze bijvoorbeeld toch wel nieuwsgierig zijn, ga ik vanaf de volgende dag met een hengelspeeltje met ze spelen en aai ik ze af en toe. Het kan zijn dat ze uithalen, als dat te enthousiast is, probeer ik zoveel mogelijk te voorkomen dat mijn handen in de buurt komen bij ze om hun grenzen te respecteren, maar bij kleine uithalen probeer ik toch hun grenzen rustig te verleggen door bijvoorbeeld lekker eten aan te bieden. Door op gezette tijden voer en water aan te bieden, groeit het vertrouwen in het kitten dat jij voor zijn/haar welzijn zorgt en daarnaast biedt het een stuk houvast nu het kitten uit zijn/haar vertrouwde omgeving is weggehaald.

Wat ik in die week/aantal dagen in de bench in elk geval blijf doen, is zoveel mogelijk met mijn handen in de bench komen (tenzij kittens echt verwilderd zijn), ze verwennen met lekker eten (wel hetzelfde eten om ze geen diarree te geven door voerverandering) en met leuke speelsessies met een hengelspeeltje. Verder blijf ik gezellig tegen ze aan praten. Desnoods lees ik uit een boek voor. Ook hebben we vaak de radio aan om ze aan andere stemmen te laten wennen. Tot slot zit ik veel op de grond bij ze in de buurt om niet al te bedreigend over te komen. Verlegen en angstige kittens worden wel dagelijks uit de bench gehaald om te wegen en eventueel om ze op schoot te houden tot zolang het gaat. Na een week gaan gezonde kittens sowieso uit de bench, of ze nog angstig zijn of al voldoende vertrouwen hebben.

De verlegen en angstige kittens hebben in een week meestal voldoende vooruitgang gemaakt om ook buiten de bench langzaam te kunnen wennen aan menselijk contact. Het is dan wel belangrijk om door te blijven gaan dit contact zo aangenaam als mogelijk te maken/houden door lekker voer aan te blijven bieden en met een hengelspeeltje te blijven spelen. Je kunt eventueel ook proberen om al zittend op de grond lekkere brokjes steeds van kortere afstand vanaf jou naar het kitten te leggen, zodat het kitten steeds dichter bij je in de buurt moet komen. Zelf vind ik het zittend spelen met een hengelspeeltje of laserlampje ook heel goed werken. Ook til ik het kitten elke dag in elk geval eventjes op om ze daar aan te laten wennen, dit is vooral handig als je met een kitten naar de dierenarts moet.

Een angstig kitten kan gaan blazen naar je en eventueel uithalen. Dit is voor hem/haar een manier om aan te geven dat je uit zijn/haar buurt moet blijven. Als je dit vervolgens ook doet, heeft het kitten dus zijn/haar doel bereikt en weet het niet dat jij geen slechte bedoelingen hebt. Als je zelf angstig reageert, reageert het kitten daar ook weer angstiger op. Meestal doet een blazend kitten verder niets. Mocht een angstig kitten wel slaan naar je, dan stelt dat meestal niet veel voor en kun je volstaan om te ontsmetten met betadine (jodium). Vang je een kitten op dat zijn/haar schuwheid uit met flinke agressie (bijten en flink halen), dan is het verstandig om het kitten eerst te laten wennen aan jouw aanwezigheid door regelmatig in de buurt te komen, te gaan zitten en rustig er tegen te gaan praten. Bij diepere wonden is het belangrijk dat je naar de huisarts gaat die je een injectie tegen tetanus en een antibioticakuur kan geven.

Houd elke keer de grenzen van het kitten goed in de gaten. Als de oortjes plat op het hoofd liggen, de ogen groot zijn en staren en/of het kitten verstijfd zit, is het kitten nog behoorlijk angstig. Bouw het dan vooral rustig op. Het is natuurlijk fijn als je het kitten op kunt pakken en kunt aaien, maar waar je idealiter naartoe werkt is dat het kitten je voldoende vertrouwt om te genieten van de menselijke aandacht die het krijgt.

Belangrijk: zorg er altijd voor dat je speeltjes aan een touwtje goed opbergt als je geen toezicht houdt, katten kunnen zichzelf erin wurgen.

Sleutelpunten ontwikkeling kitten per week en per maand
Onderstaand vind je belangrijke sleutelpunten in een kitten per week en vanaf 8 weken per maand.

  • Week 1: tussen 2-5 dagen valt de navelstreng af (niet aan gaan trekken als het langer duurt, overleg liever met je dierenarts). Kittens kunnen zichzelf nog niet op temperatuur houden, zorg daarom bij gebrek aan een (zorgzame) moederpoes voor een kruikje, Snugglesafe, warmtematje of warmtelamp voor een aangename temperatuur, terwijl ze ook weg kunnen komen van de warmtebron. Kijk bij Voeding voor meer informatie bij het verzorgen van fleskittens. Kitten beweegt naar warmte, kan het hoofdje optillen en heeft al een goede spiersterkte bij geboorte. Vanaf dag 2 kan het kitten al spinnen.

  • Week 2: tussen 5-14 dagen (kan ook tussen 2-16 dagen zijn) gaan de ogen open. De ogen zijn helder blauw van kleur. Bij plakoogjes kun je voorzichtig schoon maken met afgekoeld gekookt water in. een steriel kommetje met schoon wattenschijfje. Tussen 6-17 dagen gaan de oorkanalen open, ongeveer vanaf dag 10 raken kittens geconditioneerd in hoe ze op geluid reageren. Tussen 7-14 dagen beginnen kittens rond te kruipen. In week 2 beginnen kittens zichzelf te wassen.

  • Week 3: tussen 14-21 dagen beginnen kittens te lopen. Vanaf ongeveer 3-4 weken kunnen ze zelf poepen en plassen. Tussen 3-4 weken komen snijtanden en hoektanden van het melkgebit door, kittens kunnen beginnen met Royal Canin Babycatbrokjes eten of eerst opbouwen via een papje van brokjes geweekt in warm water of kittenmelk. Beginnen met blikvoer of een papje van rijstebloem met kittenmelk en brokjes of blikvoer is ook een optie. Tussen 3-6 weken komen ook de premolaren door, er zitten in het melkgebit van een kat geen kiezen.

  • Week 4: tussen 4-6 weken wordt het gehoor functioneel en in ongeveer dezelfde tijdspanne krijgt de iris de volwassen kleur. Het is ook een mooi moment om kittens te laten wennen aan andere mensen, andere huisdieren en andere geluiden zoals in het huishouden. Neem deze kittens vaak even op schoot, speel met ze met een hengelspeeltje en "oefen" alvast voor onderzoeken als in oortjes kijken (als je een otoscoop hebt, is het helemaal geweldig), naar het hartje luisteren als je een stethoscoop hebt, voetkussentjes bevoelen en in mondje kijken. Hoe meer ze er vanaf deze leeftijd aan gewend raken, hoe gemakkelijker het wordt om voor nieuwe eigenaren en dierenartsen in oortjes te kijken, naar het hartje te luisteren, nageltjes te knippen en in het mondje te laten kijken. Ademhalingstempo hetzelfde als bij volwassen katten en normaal gezichtsvermogen. Eventueel 1e ontworming en/of ontvlooiing. Tussen 4-6 weken zijn de antistoffen via de moedermelk tegen het Feline Coronavirus uitgewerkt.

  • Week 5: vanaf 5 weken reageren de pupillen op licht. Rond de 30 dagen is er voldoende gezichtsvermogen om obstakels te ontwijken. Kittens rennen nu ook lekker rond. Tussen 5-6 weken komen de kiezen door. Reismandtraining kan vanaf nu ook gegeven worden, je kunt ervoor kiezen om wekelijks een blokje met een kitten te gaan rijden in de auto om te laten wennen aan het rijden in de auto in een reismandje.

  • Week 6: tussen 6-8 weken is de neurologische functie compleet ontwikkeld en kan er dus onderzoek worden gedaan naar neurologische afwijkingen. Kittens spelen "bedreigertje" om elkaar en eventuele objecten te imponeren. Als met 4 weken nog geen ontworming en/of ontvlooiing gedaan is, is dit het moment om dit alsnog te doen. Tussen de 6-8 weken zijn de antistoffen via de melk van de moederpoes tegen het Feline Leukemievirus (FeLV) uitgewerkt. Hetzelfde geldt voor het Feline Rhinotracheitis Virus/Feline Herpesvirus (onderdeel niesziekte). Meestal wordt er met 8 of 9 weken gekozen voor een cocktailenting Herpes/Calici/kattenziekte.

  • Week 7: speenproces van melkvoeding naar vast voer is compleet. Kittens kunnen duidelijk gaan "flemen".

  • Week 8-12: nierfunctie komt in buurt van volwassen kat, net als het soortelijk gewicht van urine. Kittens spelen vooral in paren tussen 8-12/14 weken. Blijf bezig met socialiseren en kittens zoveel mogelijk vast te pakken en zachte aanrakingen te geven. Doe dit zeker tot een week of 14 intensief. Tot tussen de 8-14 weken is een kitten beschermd tegen het Feline Panleukopeniavirus/kattenziekte door de melk van de moederpoes. Een eerste enting kan rond 8-9 weken plaatsvinden voor het geval de antistoffen dan zijn uitgewerkt, meestal in combinatie met vaccinatie tegen Feline Herpesvirus en Feline Calicivirus. Een 2e ontworming kan in week 8 plaatsvinden. Tussen 10-14 weken bieden de antistoffen via de moedermelk tegen het Feline Calicivirus onvoldoende bescherming. Tweede enting Feline Panleukopeniavirus/kattenziekte en Feline Calicivirus voor het geval de entstof niet goed opgenomen is in verband met de antistoffen van moederpoes, in combinatie met een tweede boostervaccinatie tegen Feline Rhinotracheitis/Feline Herpesvirus, rond 12 weken.

  • Week 13-16: tussen 3-4 maanden ontwikkelt het gezichtsvermogen zich tot op volwassen niveau. Het sociale spel tussen kittens wordt minder. Ook worden rond de 3-4 maanden de snijtanden uit het melkgebit gewisseld voor permanente snijtanden. Van het wisselen van melktanden naar permanente tanden merk je in de meeste gevallen niet zoveel, heel zelden zul je een tand vinden. Meestal slikken ze een tand door tijdens het eten.

  • Week 17-24: tussen 4-5 maanden komt leverfunctie in buurt van volwassen kat. Het individuele spelen van een kitten wordt minder. Tussen 4-5 maanden wisselen de hoektanden uit het melkgebit met de permanente hoektanden en komen er kiezen, tussen 4-6 maanden wisselen de melkpremolaren voor de permanente premolaren. Katers kunnen vanaf week 19 seksueel gedrag vertonen als in sproeien en berijden van andere katten of voorwerpen. Poezen kunnen rond week 23 seksueel gedrag vertonen als in dat ze krols worden. Vanaf eerste tekenen van vruchtbaarheid of een leeftijd van 6 maanden, kunnen kittens geholpen worden.