Home
Overwegingen
Huisvesting
Binnenkomst
Voeding
Hygiëne
Ontwikkeling
Ziektes
Adoptieprocedure
Links

Parasieten
Er zijn uitwendige parasieten (vlooien, teken, luizen en ringworm als meest voorkomende) en er zijn inwendige parasieten (spoel-, lint-, haakwormen, coccidia en giardia als meest voorkomende). Over het algemeen zijn ze gelukkig goed te behandelen, maar wel besmettelijk voor andere katten en bij een aantal parasieten ook voor andere dieren als mensen en honden.

  • Vlooien/siphonaptera
De meest voorkomende externe parasiet bij zwerfdieren zijn vlooien. Afgezien van het veroorzaken van jeuk, kunnen ze ook bloedarmoede veroorzaken. Veel mensen krijgen al spontaan jeuk bij alleen al de gedachte aan vlooien. Van de meer dan 2000 vlooiensoorten, zijn er maar een paar die de kat als gastheer uitzoeken. Daar zitten ook hondenvlooien bij. De kattenvlooien zijn besmettelijk voor katten, honden, mensen, andere zoogdieren en voor een klein gedeelte voor gevogelte.

Levenscyclus vlooien: volwassen vlooien hebben 3 paar poten en gebruiken hun achterpoten om mee te springen. De volwassen vlooien voeden zich met het bloed van hun gastheer. Om gemakkelijker door de huid bij de bloedtoevoer te kunnen komen, bevat het speeksel van de volwassen vlo een ingrediënt om de huid zachter te maken. Dit ingrediënt veroorzaakt jeuk en potentieel een allergische reactie. Vrouwtjesvlooien leggen zo'n 50 eieren per dag en zo'n 500-600 eitjes in een aantal maanden. Vlooieneitjes zijn niet plakkerig en vallen van het dier op mandjes, vloeren en andere oppervlakten. Vlooienlarven komen uit hun eitjes tussen twee dagen en een aantal weken tijd, afhankelijk van de omgeving. De vlooienlarven eten ontlasting van de volwassen vlooien (vooral gedroogd bloed) en ander organisch materiaal (als haren, plantenresten, etc.) die zich bevinden op de vloer en ligplekken. Het larvestadium duurt tussen de 5 en 18 dagen, dan spint de vlooienlarve een cocon om een pop te worden. Een vlooienpop wacht met als volwassen vlo uit de cocon komen tot voor hem/haar de omstandigheden goed zijn. Dit kan tussen de 3-5 dagen tot langer dan een jaar duren en is onder meer afhankelijk van hoge vochtigheid, warme aangename temperaturen, trillingen en uitgestoten koolstofdioxide van het dier dat voorbij komt.

Symptomen
Jeuk, zwarte springende beestjes of zwarte korreltjes die rood kleuren als je er een waterdruppel op laat vallen, zijn een redelijk duidelijke indicatie dat je te maken hebt met vlooien.

Behandeling
Het goede nieuws is dat er iets aan te doen valt. Bij je dierenarts kun je anti-vlooienmiddelen halen. Selamectine (Stronghold spot-on oplossing) is wat mij betreft de eerste keus. Selamectine doodt niet alleen effectief de eitjes en volwassen vlooien op een kat, maar ook de eitjes en larven in de omgeving van een kat. Daarnaast is selamectine 1 van de weinige anti-vlooienmiddelen waarvan je veilig de hondendosis kunt gebruiken, wat goedkoper uitkomt. In theorie kun je selamectine beter niet gebruiken bij kittens jonger dan 6-8 weken oud, in de praktijk gebruikt ons asiel het bij kittens vanaf 4 weken oud. Tweede keus is imidacloprid (Advantage spot-on oplossing) dat ook bij de dierenarts te verkrijgen is en waarvan veilig de hondendosis gebruikt kan worden. Imidacloprid doodt echter niet de eitjes op de kat of in de omgeving, zodat je eigenlijk wel nog met een omgevingsspray in de weer moet. Belangrijk is dat je voldoende anti-vlooienmiddel gebruikt, maar niet teveel, omdat niet gedode vlooien resistent kunnen worden tegen een anti-vlooienmiddel. Met name Fipronil (Frontline) staat er om bekend dat het in veel landen, waaronder Nederland, niet effectief meer werkt tegen vlooien in verband met resistentie van de vlooien tegen Fipronil. Daarnaast dien je zeker een dag te wachten met het kammen van een kat met vlooien waar je anti-vlooienmiddel aan hebt toegediend en sowieso 3 dagen de kat niet te wassen om het middel in te laten werken.

Als je een kat met vlooien binnen krijgt, is het meest verstandige (als je dit al niet zou doen) om deze kat apart te zetten, te behandelen met selamectine en los laten rond lopen als de vlooien weg zijn. Ontdek je pas later vlooien, ondanks een vlooienbehandeling, dan zal het misschien ook nodig zijn om de omgeving te behandelen met omgevingsspray. Je kunt dan het beste kiezen voor een middel dat uit de pyrethroïde groep komt, zoals cyfluthrin, deltamethrin of permethrin. Stofzuigen helpt ook enigszins om de eitjes weg te zuigen, gooi dan wel de stofzuigzak weg en doe er een vlooienband in. Als je dweilt, zullen de vlooien je dankbaar zijn, ze houden van een warme vochtige omgeving. Mandjes en andere stoffen materialen waar je kat op heeft gelegen, kun je het beste wassen.

  • Oormijt/otodeces cyanotis
Als een volwassen kat of kitten met zijn/haar kopje schudt en/of zich in het oor krabt, is de kans aanwezig dat deze last van oormijt, demodexmijt, bacteriële infectie of een overgroei aan gist Malassezia sp. heeft. Je dierenarts kan met een otoscoop een poging doen om de oren te controleren op aanwezigheid van oormijt, al zullen ze niet altijd zichtbaar zijn. Eitjes worden door de oormijt op de haren en huid in de oren gelegd en de volwassen oormijten bevinden zich zowel in als op het oor. De oormijten voeden zich met het oorsmeer, wat zich weer meer ontwikkelt door irritatie van de oormijt.

Symptomen
Er zijn een aantal symptomen die vaak voorkomen bij een infectie met oormijt: schudden met de kop, zich aan/in het oor krabben, plotseling hard rennen, wondjes aan de oren, overtollig oorsmeer/vieze oortjes of zwarte prut die op koffieprut lijkt in/bij het oor. Met een otoscoop kan een dierenarts controleren of hij/zij oormijten ziet, echter zullen er vaak geen oormijten zichtbaar zijn. Er wordt dan meestal gegokt dat het oormijt is in plaats van dat er cytologisch (celweefsel) onderzoek gedaan wordt.

Behandeling
Oormijt kan flinke klachten veroorzaken als er niet behandeld wordt, dus een effectieve behandeling is zeer belangrijk. Onderdeel van een effectieve behandeling is om het oor/de oren ook voorzichtig schoon te maken met een wattenstaafje, anders heeft de behandeling niet zoveel zin. De medicatie kan namelijk niet door de oorsmeer penetreren. Selamectine (Stronghold) is handig, omdat je daarmee ook vlooien en spoelwormen (deels) uitschakelt. Een ander middel dat veel gebruikt wordt, is Surolan. Onderzoek door een dierenarts die zichzelf infecteerde met oormijten, heeft geleid tot de aanbeveling om 's avonds/'s nachts de medicatie aan te brengen, omdat de oormijt dan het meest actief is.

  • Teken
Een kat kan teken in zijn/haar vacht hebben. Teken zijn spinachtige beestjes die in grootte kunnen variëren van een speldenknop tot ongeveer 1 cm groot, afhankelijk van of ze zich volgezogen hebben met bloed. In struikgewas of hoog gras bevinden de teken zich om te wachten tot er een dier (waaronder ook mensen) langs loopt om zich er op te laten vallen en zich vol te zuigen met bloed van de gastheer of gastvrouw. Zeker vele teken kunnen er voor zorgen dat een kat aan bloedarmoede komt te lijden. Afgezien van bloedarmoede, kunnen teken ook andere ziektes met zich meedragen, zoals de ziekte van Lyme (schijnt niet zo vaak voor te komen bij katten, wordt veroorzaakt door de Borreliabacterie). Teken voeden zich van het bloed, dus ze zullen zichzelf niet snel ontdoen van hun voeding en dit in een kat of andere gastheer/gastvrouw laten komen, wat de kans op zo'n besmetting gelukkig flink minimaliseert.

Symptomen
Als je een zwart beestje ziet dat zich vastgehecht heeft aan de huid van een kat, is het waarschijnlijk een teek.

Behandeling
Het beste kun je een teek verwijderen met een tekentang (verkrijgbaar bij dierenwinkel of dierenarts) zonder alcohol te gebruiken om de teek te verdoven. Volg de aanwijzingen van de verpakking van de tekentang, want het kan wisselen hoe het werkt. Zorg er in elk geval voor dat je de tang of pincet dicht op de huid van de kat zet om alle lichaamsdelen van de teek te verwijderen. Houd na het verwijderen van de teek goed in de gaten of de plek niet al te rood wordt, neem contact op met je organisatie of dierenarts mocht dit wel gebeuren. Er kan dan antibiotica voorgeschreven worden.

  • Ringworm/schimmel/dermatophytosis
Het woordje «worm« is in de benaming ringworm wat misleidend, het is namelijk geen worm. Wel maakt ringworm deel uit van de parasietenfamilie. Het woordje «ring« is echter niet uit de lucht gegrepen, ringworm is namelijk een schimmelinfectie en is vooral zichtbaar door kale ringen op de huid van de kat. Bij kale plekken in de vacht is het hoe dan ook verstandig om je organisatie en/of dierenarts op de hoogte daarvan te brengen, het kan namelijk ook een allergie voor bijvoorbeeld vlooien, huisstofmijt of bepaald voedsel zijn. Door een kweekje kan onderzocht worden of het ringworm is. Mocht het wel deze schimmel zijn, dan zal het nodig zijn om zeer intensief de plekken waar de besmette kat ligt schoon te maken en om hem/haar/ze te behandelen tegen de schimmel. Ringworm is helaas zeer besmettelijk voor andere katten, honden en ook voor mensen. Je kunt overigens als mens ook zelf katten besmetten, dus als je een rode ronde plek op je huid hebt, wees dan terughoudend in fysiek contact met andere dieren. Als je ringworm vermoed bij jezelf, kan je huisarts je verder helpen. Kittens hebben vaker last van deze schimmel en langharige katten weer 2x vaker dan kittens. Vlooien, ringworm op dekens en mandjes, etc. (fomites) en statische elektriciteit kunnen katten besmetten met ringworm.

Aangezien ik er voor gekozen heb om een selectie te maken van infectieziektes, ga ik niet in op andere schimmels als Aspergillus en Cryptococcus die luchtwegproblemen kunnen veroorzaken (vooral als antibiotica niet lijkt te werken, zijn dit mogelijke boosdoeners die via een kweek te detecteren zijn). Er zijn dus echter wel andere schimmels die voor problemen kunnen zorgen.

Symptomen
Jeuk en rode ronde kale plekken op de vacht zijn herkenbare symptomen die kunnen duiden op ringworm/dermatophytosis. Door een kweekje te nemen, kan het met een Woodse lamp worden gekeken of het ook daadwerkelijk ringworm/dermatophytosis is.

Behandeling
Als er niet behandeld wordt tegen ringworm, geneest het met ongeveer een half jaar. Behandeling is intensief en lang, in de tussentijd is het verstandig om zo min mogelijk verkeer in en uit je huis te hebben. Scheren van langharige katten kan een uitkomst bieden, bij kortharige katten zorgt het juist voor wondjes die weer aantrekkelijk zijn voor ringworm. Als je besmette katten wast, verminder je wel weer een stuk de infectiedruk. Net zoals dat het helpt om de omgeving te reinigen. De omgeving reinigen kan met water en zeep en in kleine ruimtes met een stoomreiniger, maar gebruik geen hogedrukspuit die alle schimmelsporen weer verspreid. De beste desinfectie blijft met chloor, maar zal in veel thuissituaties niet aantrekkelijk zijn. Was mandjes en andere ligplekken in een wasmachine op een zo hoog mogelijke temperatuur met een beetje chloor om vervolgens op de hoogst mogelijke temperatuur het wasgoed te drogen.

Alleen met wassen en de omgeving reinigen, kom je er helaas niet. Inwendige medicatie voor de katten in de vorm van itraconazol (Itrafungol) is ook nodig om de infectie van binnenuit te bestrijden.

  • Spoelwormen/toxocara spp, toxocara cati of toxocara canis
De meest voorkomende interne parasiet bij zwerfdieren zijn spoelwormen, wat een rondworm (ascaridiasis) is. Gelukkig zijn er pilletjes die hier heel goed tegen helpen en is er niet, als bij honden, het gevaar dat bij een grote hoeveelheid spoelwormen die in 1 keer gedood worden met een ontwormingsmiddel ze met hun gifstoffen de kat vergiftigen. Spoelwormeitjes van een spoelworminfectie zijn wel besmettelijk voor honden en maar een paar soorten (zoals toxacara canina) zijn wel besmettelijk ook voor mensen.

In eerste instantie verblijft een spoelworm in de darmen van een kat, maar op een gegeven moment wordt deze opgehoest door de kat en verlegt de reis naar de longen van de kat. Een goede wormenkuur zal afdoende zijn om de spoelwormen te elimineren. Deze kuur moet zeker een aantal keer, elke maand tot een leeftijd van 6 maanden, herhaald worden om alle stadia van deze worm te doden.

Symptomen
Spoelwormen zien er uit als spaghettislierten en worden met name uitgescheiden in braaksel en/of ontlasting als een kat vol zit met spoelwormen of na een ontwormingsmiddel.

Behandeling
Ontwormingsmiddelen met selamectine (Stronghold), milbemycine (Milbemax), fenbendazol (Panacur) of pyrantel/prazyquantel (Drontal) kunnen gebruikt worden om de spoelwormen te elimineren uit het kattenlichaam. Aangezien kittens meestal vanaf 1-3 weken na geboorte geïnfecteerd worden met deze worm via de geïnfecteerde moedermelk, is het verstandig om in elk geval vanaf 4 weken te beginnen met de ontworming. Afgezien van ontworming van het kitten, is het ook belangrijk om vooral de kattenbakken goed schoon te maken met bleek (minimaal elke week, dit is de tijd die een spoelwormeitje nodig heeft om infectief te worden) en om ontlasting bij voorkeur zo snel mogelijk uit de kattenbak te halen om zoveel mogelijk te voorkomen dat de spoelwormeitjes door gegraaf in de kattenbak verspreid worden in de omgeving. Ontworm verder de kittens elke 4 weken tot ze 6 maanden oud zijn.

  • Lintwormen/cestoda
Vlooien kunnen lintwormen overbrengen op katten en mensen. In de kattenbak vind je deze terug in de vorm van rijstekorrels. Deze «rijstekorrels« zijn segmentjes van de lintworm. Er zijn verschillende soorten lintwormen in de omloop en deze kennen ook verschillende cycli. De meest voorkomende manier waarop katten besmet worden met lintwormen, is via vlooien en via muizen die eitjes van de lintworm binnen hebben gekregen. Deze lintwormen zijn ook overdraagbaar naar mensen, let daarom goed op je hygi‘ne als het gaat om de kattenbak schoon houden en wassen na contact met katten.

Symptomen
Als een kat zittend veel over de grond schuift na kattenbakbezoek, is de kans aanwezig dat hij/zij jeuk heeft van lintworm. Een andere duidelijke indicatie van lintworm is als je wittige korreltjes in/bij de ontlasting vindt die ongeveer de grootte hebben van een rijstekorrel.

Behandeling
Behandeling met selamectine (Stronghold) tegen vlooien en spoelwormen, is niet effectief tegen lintwormen. Zeker omdat vlooien een besmettingsbron zijn van lintwormen, is het belangrijk om kittens te behandelen met een middel dat hiertegen helpt. Milbemycine (Milbemax), fenbendazol (Panacur), of pyrantel/praziquantel (Drontal) zijn daarvan de meest bekende. Ontworm de kittens verder elke 4 weken tot ze 6 maanden oud zijn.

Zeker als er nog vlooien in huis zijn, is het belangrijk om zowel zoveel mogelijk deze te verwijderen via stofzuigen en/of omgevingsvlooienspray en om de ontworming nog weer een maand later in elk geval te herhalen. Vlooien eten lintwormeitjes en als een kat (of kind) per ongeluk een vlo eet, raken ze wederom geïnfecteerd met lintworm.

  • Haakwormen/Ancyclostoma caninum
Gelukkig komen haakwormen niet veel voor. Als een kat er toch mee besmet is geraakt, zie je dat niet in de ontlasting. In de ontlasting komen namelijk alleen de eitjes terecht van de haakwormen en die eitjes zijn zo klein dat ze niet met het blote oog waarneembaar zijn. Als een haakworm eenmaal zichzelf toegang heeft gegeven tot de kat door besmette aarde en ontlasting, kan hij bij volwassen katten bloedarmoede veroorzaken en verder diarree en vermagering. De bloedarmoede wordt veroorzaakt, doordat de worm tijdens het eten van de darmwand kleine bloedinkjes veroorzaakt.

Wees zelf ook extra alert als je door de ontlasting loopt van een kitten, deze wormen kunnen zich namelijk met hun haakjes aan je huid vastklampen en vervolgens door je huid heen dringen. Ze blijven dan aan de oppervlakte zitten van je voet, wat jeuk kan geven en kruipsporen van larven zichtbaar kan maken. Gelukkig valt dit heel gemakkelijk te verhelpen.

Symptomen
Bloedarmoede, diarree en vermagering zijn eventuele symptomen van haakwormen.

Behandeling
Milbemycine (Milbemax), fenbendazol (Panacur), pyrantel (Drontal) en selamectine (Stronghold) helpen tegen haakwormen. Aangezien besmetting vooral via de ontlasting is, is het belangrijk om die zo snel mogelijk uit de kattenbak te verwijderen en om de kattenbak regelmatig (bij voorkeur met haakwormen dagelijks, omdat de haakwormeitjes vanaf 2 (tot 8) dagen infectief worden) te desinfecteren met bleek.

  • Coccidia
De coccidia Isospora spp. zijn ééncellige darmparasieten die diarree en braken kunnen veroorzaken. Aangezien deze darmparasieten zo klein zijn, zie je ze niet met het blote oog. Microscopisch onderzoek van de ontlasting van een kat kan deze wel aan het licht brengen. Vooral kittens die van buiten komen, kunnen ge•nfecteerd zijn met coccidia. Deze darmparasieten komen, onder meer, voor in pluimvee en kleine knaagdieren. Vervolgens worden ze uitgescheiden in de ontlasting, waar ze de kat kunnen herbesmetten of nieuwe slachtoffers kunnen vinden. De coccidia Isospora spp. is soortspecifiek en richt zich in dit geval alleen op katten en niet op honden of mensen.

Symptomen
De coccidia Isospora spp. kunnen diarree veroorzaken, in mindere mate gewichtsverlies, uitdroging en/of bloed/slijm in de ontlasting. In hele zeldzame gevallen kan het overlijden van de kat tot gevolg hebben. Deze coccidia zijn op te sporen in de ontlasting van de kat door fecale flotatie, maar er kunnen vals negatieve resultaten voorkomen, omdat de symptomen het uitscheiden (en dus de aanwezigheid in de ontlasting) voor kunnen zijn.

Behandeling
Inmiddels hebben wij de ervaring dat beide medicatiekeuzes niet echt populair zijn in smaak bij de kittens, maar er kan gekozen voor tabletten metronadizol (Metrazol) of de vloeibare vorm van metronadizol (Flagyl). We hebben 1 kitten gehad dat het prima vond om de Flagyl van wat Gourmet blikvoer te eten, maar over het algemeen hebben wij er geen kattenvrienden mee gemaakt. De tabletten schijnen wat metaalachtig te smaken, verse rosbief kan die smaak enigszins verdoezelen.

Verspreiding van deze darmparasiet gaat heel snel door de besmette ontlasting en door fomites (besmette mandjes, kleding, etc.), dus het wassen van wat er gewassen kan worden is verstandig. Ook het regelmatig (Isospora spp. is infectief tussen 8-36 uur na uitscheiding in ontlasting) desinfecteren van de kattenbak met behulp van bleek is verstandig.

  • Giardia
Steeds vaker (komt 10-30% voor in asielen, bij sommige catteries tot wel 100%) wordt er bij opvangkatten giardia in de ontlasting gevonden, waarschijnlijk vooral omdat deze katten vaak een verminderde weerstand hebben. Er zijn meerdere giardiasoorten, Giardia lamblia is de soort die het meest katten, honden en mensen besmet. Echter kan deze giardiasoort ook weer onderverdeeld worden in 6 genotypes die soortspecifiek zijn. Het is waarschijnlijker dat mensen besmet worden met Giardia lamblia via besmet water, maar het is niet onmogelijk om met dezelfde giardiasoort besmet te raken, enige voorzichtigheid blijft dus geboden.

Symptomen
Deze darmparasiet geeft dunne ontlasting of diarree die er brijachtig uitziet en erg stinkt, het kan zijn dat in die ontlasting bloed of slijm zit. Katten met giardia kunnen overgeven, maar blijven wel goed eten. Het stellen van de diagnose kan een uitdaging zijn. Giardia zijn het beste te detecteren via ontlastingonderzoek van drie dagen lang elke dag een vers ontlastingmonster door de dierenarts. In het parasietenstadium gaan giardia heel snel dood, waardoor ze lastig waar te nemen zijn onder een microscoop, vandaar dat verse ontlasting heel belangrijk is. Daarnaast wordt er niet elke keer giardia uitgescheiden, vandaar dat ˇˇn keer onderzoeken vaak niet toereikend is, geluksgevallen daarbuiten gelaten.

De Elisasnaptest geeft het meest betrouwbare resultaat (85-99%), daarna de fecale flotatie met zink in een centrifuge (ongeveer 75%) en andere methodes zijn eigenlijk simpelweg onbetrouwbaar.

Behandeling
Als medicatie kun je metronidazol (Metrazol of Flagyl), fenbendazol (Panacur) of pyrantel/praziquintal/febental (Drontal) mee krijgen. Helaas zijn er giardiastammen die resistent zijn tegen metronidazol, waardoor het kan zijn dat je moet wisselen van medicatie. Maak echter wel de kuur af, ook al merk je misschien geen verbetering, om in elk geval te voorkomen dat je in de hand werkt dat er nog meer parasieten of bacteriën resistent worden voor de medicatie.

De omgeving kan gedesinfecteerd worden met quarternarry ammonium (zoals F10) op kamertemperatuur. Cystes stellen een koele vochtige omgeving op prijs en kunnen daarin maanden blijven leven om weer andere katten te besmetten. Eventueel kun je ook katten blij maken door ze te wassen, wat de infectiedruk in elk geval verminderd.

  • Toxoplasmose
Via prooidieren, als vogels en knaagdieren, kan een kat toxoplasmose parasieten binnen krijgen. Deze ˇˇncelligen komen de kat binnen via cystes die ingeslikt worden. Zo«n cyste is een soort van cocon voor deze parasieten. Eenmaal in een kat kunnen er weinig symptomen zijn om weg te geven dat deze ongewenste gasten zich in hun gastheer of gastvrouw bevinden, slechts wat zachtere ontlasting kan een hint zijn. Een kat kan ook een mens besmetten met deze parasieten via de ontlasting. Mocht je wel besmet raken met toxoplasmose, dan merk je er over het algemeen helemaal niets van. Voor de ongeboren baby van zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand kan het echter wel gevaarlijk zijn. Als je gedurende je leven al eerder in aanraking bent geweest met toxoplasmose, zonder dat je symptomen hebt gemerkt, kun je immuniteit hiervoor opgebouwd hebben.

Symptomen
Dit kan variëren van zachte ontlasting tot in ernstige gevallen waarin de longen, darmen, lever, het zenuwstelsel of ogen aangetast zijn. In de ernstige gevallen is waarschijnlijk het immuunsysteem al aangetast door een onderliggende ziekte als bijvoorbeeld FIV en is het belangrijk om daar ook onderzoek naar te doen. In verreweg de meeste gevallen zal de kat immuniteit opbouwen. Het is lastig om toxoplasmose aan te tonen, het resultaat van bloedonderzoek is bijvoorbeeld niet altijd compleet sluitend. Als een kat last heeft van zijn longen, kan door radiografie veranderingen in de longen aangetoond worden. Tot slot kan biopsie, onderzoek van weefseldeeltjes, cysten aantonen van toxoplasmose.

Behandeling
Een kat met vermoedelijke Toxoplasmose kan het antibioticum clindamycine (Clindoral) meegegeven worden. In principe is verdere besmetting gelukkig dus niet zo'n ramp, maar als je zwanger bent of een lagere weerstand hebt, is het zeer verstandig om niet de kattenbak schoon te gaan maken, voor het geval je geen eerdere besmetting gehad hebt en er dus geen immuniteit tegen opgebouwd hebt.

  • Tritrichomonas foetus
Een infectie met Tritrichomonas foetus lijkt heel veel op een infectie met giardia, echter werken de medicatie tegen giardia niet tegen Tritrichomonas foetus. In een onderzoek bij zwerfkatten naar deze parasiet, bleek dat er geen enkele kat hiermee geïnfecteerd was, terwijl het op een kattenshow bij 31% van de katten gevonden werd. Het lijkt er daarmee op dat overpopulatie een belangrijke factor is. Het is onbekend of Tritrichomonas foetus overdraagbaar is op andere diersoorten dan vee, er is tot nu toe maar 1 geval bekend waarbij het bij een mens voor kwam die ook nog eens een zeer lage weerstand had.

Symptomen
Tritrichomonas foetus kan chronische diarree geven (en dan vooral bij katten jonger dan 1 jaar oud), zonder verdere klachten. Een diagnose is redelijk betrouwbaar (rond de 90%) te stellen met behulp van een PCRtest of een In Pouch test voor protozoö.

Behandeling
Klachten verdwijnen spontaan na 6 maanden tot 2 jaar. Er is een medicatie, ronidazol, dat specifiek tegen Tritrichomonas foetus schijnt te helpen, maar wat alleen als bulkpoeder te verkrijgen is en omkeerbare neurologische vergiftiging kan geven (net als bij metronadizol). Het poeder schijnt ontzettend bitter te zijn en moet in een capsule worden gedaan om toe te dienen. In onderzoek bij muizen en ratten kan het leiden tot goedaardige tumoren. De neurologische verschijnselen stoppen gelukkig als er gestopt wordt met de medicatie, neurologische symptomen kunnen lethargie, slechte eetlust, ataxie, epileptische aanvallen of gedragsveranderingen zijn. Als het met de adoptie geen problemen oplevert, is het verstandiger om te accepteren dat een kat last heeft van diarree en dit uitzitten tot het vanzelf over gaat. Wel zou je de omgeving kunnen desinfecteren met quarternarry ammonium (zoals F10), waarvan vermoed wordt dat het effect heeft. Verder is het verstandig om zoveel als mogelijk te voorkomen dat je een overpopulatie aan katten in je huis hebt.